Sytskebergsma.reismee.nl

Start van een nieuwe reis

Woehoee dan was het zo ver! Atsje ophalen van het vliegveld. Eerst laat ik haar Perth zien. Het is niet meer zo mooi als toen ik er kwam. Het werd namelijk echt winter, de laatste dagen dat ik er was. Veel regen en een grijze lucht. Het was af en toe net alsof in Nederland was. Alleen de palmbomen verraden dat dat niet klopte. Dus tijd om naar het noorden te trekken, naar het mooie weer, richting Darwin.

Natuurlijk eerst afscheid genomen van de host familie met een diner. Dat was natuurlijk allemaal wel emotioneel, want dit was de laatste keer dat ik au pair ben in Australië en ik heb het hier zo naar mijn zin gehad: vrienden gemaakt, ik kon heel goed met de hele familie, samen sporten, noem maar op. En het kwam natuurlijk steeds dichter bij dat ik naar huis ging. Maar dat het afscheid niet makkelijk is, is een goed teken, want dat betekent dat ik een onvergetelijke tijd heb gehad. En dat is ook waar!

Maar het volgende avontuur stond alweer voor de deur. Ik heb het busje opgehaald en samen zijn we van start gegaan: boodschappen, alles inpakken en op naar de eerste ‘free campground’ (daar over later meer). De start van 3 weken alleen maar reizen. Dat betekent ook dat we heel veel hebben meegemaakt. Daarom alvast een waarschuwing, dat dit een super lange blog is (ja ik weet het, nog langer dan normaal haha). Om het tocht iets korter te houden, heb ik deze door tweeën gedeeld. Dus het dit is deel 1 en deel 2 komt later. Ik heb geprobeerd om zo veel mogelijk in het blog te vermelden en dan nog hebben we zo veel meer mee gemaakt. Maar voor nu deze laatste blog in Australië. Veel lees plezier!

Onze eerste stop was bij the Pinnacles. Helaas hadden we niet heel fijn weer, want het regende de hele tijd. De winter was echt begonnen. Gelukkig gingen we naar het noorden, waar beter weer op ons stond te wachten. Toch gingen we even naar Lodge Point, een klein plaatsje bij het water voor een stop. Daar gebeurde al ons eerste avontuur. We hadden ons zelf buiten de auto gesloten, in de regen. Een gelukje: we hadden wel de telefoon uit de auto gehaald. Dus heb ik gelijk om hulp gebeld. Gelukkig is Australië niet compleet zonder haar relaxte en behulpzame bewoners. We maakten een praatje met een voorbijganger en hij bood ons gelijk aan om koffie voor ons te halen. Zo lief en meelevend. Dat is echt kenmerkend voor de mensen in Australië. Ook hebben we nog een aantal dolfijnen gespot die langs de kust zwommen. Zo verkeerd was deze stop nog niet! En gelukkig kwam binnen een uur iemand van de garage uit een dorpje drie kwartier verder op. Dit was een simpel klusje voor hem. Terwijl hij de motor nog liet lopen, opende hij de auto voor ons. En wij konden weer verder.

We hebben op onze reis heel wat mooie natuur gezien. En bij een zonsopgang of zonsondergang is dat nog veel mooier. Deze hebben we op de mooiste plekken gezien: over de zee, over het land en de vlaktes, achter de bergen. De zonsondergang was namelijk rond 6 uur al, vandaar dat we die vaak wel zagen. En omdat het zo vroeg donker werd, waren we vaak vroeg naar bed. Dit kwam ook door de vliegen, omdat die op het licht af komen van onze lantaarntjes, is buiten zitten niet heel fijn. Alles is donker, dus je kan weinig zien: geen lichten of wat dan ook in de buurt, geen terrasje of pub. Nee je zit in the middle of nowhere. Iedereen kruipt zo rond 8 uur weer in de tent of camper. Vandaar dat we ook vaak vroeg wakker waren en de zonsopgang door het raampje van de auto zagen.

We hebben op veel verschillende campings gezeten. Soms op campings zoals we dat hier kennen: met zwembad, restaurant, waar we zelfs met een golfkarretje naar een campingplaatsje worden gebracht en waar alles goed geregeld is. Maar we hebben ook op campings langs de kant van de weg gezeten. De zogenaamde ‘free campgrounds’. Deze zijn speciaal aangelegd voor reizigers. Je kunt er gratis staan, maar er is dan ook weinig tot niks. Het kan een grote parkeerplaats zijn van asfalt of dor gras. Vaak staan er wel hokjes met wc’s, maar dit is echter gewoon een gat in de grond met een wc er op. Dus je kunt nagaan hoe fijn dat is. Dus even met de hoge druk spuit er overheen en ja alles is weer ‘schoon’. Een picknick bakje staat er vaak wel. En als we geluk hadden een bbq. Dan kan je zelf een vuur maken en op de plaat er boven het vlees of de groenten leggen. Fantastisch idee! Dit hebben we dan ook gedaan. Zelf hout gesprokkeld, aangestoken en voilà: een bbq. Of we verzamelden een aantal stenen, we sprokkelden hout en wij hadden ons eigen kampvuur. Zo word je wel inventief.

Dit is niet het enige moment waarop we vindingrijk waren. Als je wel eens gekampeerd hebt, dan weet je dat er altijd momenten zijn, waarop je even je fantasie en ideeën moet gebruiken. Heb je klets natte handdoeken? Dit kan je natuurlijk niet opgevouwen in de auto laten liggen. Hang ze buiten, tussen de deur, als je weggaat. Bij terugkomst zijn ze gedroogd in de zon. Of van die handelingen die eigenlijk heel gemakkelijk zijn, maar doordat je op de camping staat, deze heel onhandig staat uit te voeren. Ik zal wel even een voorbeeld noemen: Even het eten omroeren in een pan. Dit wil je in je eentje doen, want je wilt toch niet altijd hulp. Klinkt simpel toch? Fout gedacht. Niet als je een klein tafeltje hebt, die toch al een beetje wankel is en al volstaat met een gaspit en twee borden. Waar laat je het deksel? Want je hebt ook al een zaklamp nodig om in de pan te schijnen in het pikkedonker (het lantaartje was niet hoog genoeg om in de pan te schijnen en we hadden niet de luxe van een hoofdlamp). En hoe roer je het eten in de toch al overvolle pan om (want je hebt maar 1 gaspitje) met twee volle handen? Ja de oplossing is: een lamp boven de tafel. Oke, de achterklep open, een draad aan de zaklamp, deze knopen aan een klein uitsteeksel van de achterklep. En voila! Een uiterst luxe lamp boven de tafel. Zo kan je in je eentje zowaar het eten in de pan omroeren.

Zo is het ook erg leuk om zelf te prutsen op de camping, maar soms is het nog leuker om te zien hoe het kamperen de andere camping gasten vergaat. Zo gaat iedereen heel anders op vakantie: van een fietsvakantie met tenten tot campers met alles er op en er aan: gehuurd of een eigen vervoersmiddel. Of gewoon een busje zoals wij: niks geen luxe, maar meer dan voldoende om rond te trekken. Sommigen hadden echt een luxe bij het kamperen: voortenten, bbq mee, alles uitgestald: van stoelen, lichtjes, bbq tot drilplaten om oefeningen op te doen. Wat hebben wij gelachen!

Na een aantal dagen hebben we al onze gewoontes. Als geroutineerde kampeerders maken we ons diner, wat overigens heel verschillend kan zijn: pasta, rijst noodles, wraps, soep en pannenkoeken. Best gezond toch? Ook maken we een kampvuurtje onder de sterrenhemel, halen we het rode stof van ons af en maken we ons bed weer gereed voor de nacht. Zo eindigt de dag. De nachten waren af en toe koud, omdat het ‘s nachts snel afkoelt en dus ook in het busje. Maar zodra we naar het noorden gingen, werden de nachten warmer en soms te warm. Ja ach, het is ook nooit goed he.

Ook weten we al het reilen en zeilen van de ochtend om ons weer klaar te maken om verder te gaan. Omkleden, bed opruimen, ontbijten met wat koffie en thee, en dan snel de auto weer gereed maken om door te kunnen. De koffers van de stoelen, ons lantaarntje in de zon zodat die op kan laden, keukentje opgeruimd. En wij kunnen weer gaan. Meestal zijn de anderen op de camping ook weer vroeg op en zo loopt de campground langzaam leeg.

Nee we zijn niet de enigen zo ver van alles vandaan. De campings langs de weg staan soms al redelijk vol. Het is dan ook een populair seizoen om te reizen. Ze verdelen hier het jaar in twee seizoenen: het droog seizoen en het natte seizoen. Wij zaten in ‘the dry season’. Dan is het niet zo luchtvochtig en benauwd. Daarom komen er ook veel mensen uit het zuiden om dan in het noorden te ‘overwinteren’. Precies andersom als hier, want in Nederland zouden we juist naar het zuiden gaan.

We hebben veel verschillende dagen gehad: relaxen bij het strand, actieve-wandel-dagen of dagen van rijden, rijden en nog meer rijden. Waar het auto rijden me in Nederland vrij snel verveeld, vond ik het hier totaal niet erg. Eindeloze uitzichten, droogte, grasvlakten, echt van alles. Bij deze uitzichten horen ook de dieren. De koeien staan naast de snelweg, net als de schapen. Dus we moesten soms extra voorzichtig zijn, want je weet wat het spreekwoord zegt: als er een schaap over de dam (weg) is… Het blijft niet alleen bij dieren náast de weg, soms ook op de weg: emu’s, stekelvarkens, dode kangoeroes… Ja, we hadden onderweg inmiddels meer dode kangoeroes gezien dan levende. Maar deze brachten ons wel weer iets anders, namelijk de enorme roofvogels. Nee, deze jagen niet op kangoeroes, maar maken zeer zeker gebruik van het hapje, dat langs de kant van de snelweg ligt.

Deze snelwegen zijn trouwens iets anders dan wij gewend zijn in Nederland. In dit geval betekent een snelweg dat er één weg is, waarbij beide richtingen naast elkaar rijden; geen vangrails tussen de banen of er naast. Ook is er in geen velden of wegen een lantaarnpaal te bekennen. Af en toe kan er een rooster voor de dieren in de snelweg zitten. Of je komt een fietser tegen op de snelweg. Die fietsen op de kilometers lange wegen en zijn op fietsvakantie, waar ze op die veel te dunnen vluchtstroken fietsen. Een ander obstakel die je onderweg tegen kan komen, zijn de ‘floodways’. Dit is een dal in de weg. Deze gedeeltes kunnen overstromen in the ‘wet season’. Wij hoefden ons dus geen zorgen te maken, want het was the ‘dry season’ op het moment dat wij reisden. Dit betekent ook dat veel rivieren droog stonden. Echter is het niet moeilijk om in al deze omstandigheden te rijden en dit alles in de gaten te houden, want er is verder niks, maar dan ook helemaal niks. Gewoon één baan, geen file, geen stoplichten, geen zebrapaden, geen borden of wat dan ook onderweg. Ook is er weinig verkeer. Als je dan een keer zo’n enorme roofvogel ziet of een foto wilt maken, kan je gerust even stoppen, een U-turn maken of simpelweg, even in z’n achteruit op de snelweg. Ja, wie doet je wat? Het is toch rustig op de weg. Daarom zwaaien mensen ook vaak vriendelijk als ze iemand tegen komen op die lange wegen. Je steekt een hand op of ja eerder een vinger. Want we gaan niet over de top doen in Aussie, wat bekend staat om: doe maar relaxed, chill en de ‘no worries’ mentaliteit.

Oh ja dan ben ik nog één ding vergeten op de snelweg, namelijk de ‘roadtrains’. Dit zijn vrachtwagens met aanhangers, die samen wel 52 meter lang kunnen zijn! Dan is inhalen natuurlijk lastig. Gelukkig zijn er speciaal gemaakte inhaalstroken, waarbij je deze roadtrains kunt inhalen. Maar we hadden ook het ‘signaal voor het inhalen’ ontdekt. Ik weet niet of dat overal zo is. Maar even het rechter knipperlicht aan, is het teken, dat je kunt inhalen. Dan gas er op en er om heen. Maar ja niet te snel, want je rijdt al 110 en onze auto knapt met zo’n 130 km per uur bijna uit elkaar haha.

Gelukkig is dit niet gebeurd en hebben we nog heel wat meer beleefd. To be continued…

Reacties

Reacties

pake en beppe

Volgende keer meer sytske je moet het maar bundelen

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!